Home Labo Monstername

De beste methode voor monstername

Twee doelstellingen bij het nemen van een correct staal:

1. Een maximale densiteit en minimale verstoring van de data
2. De juiste frequentie en steeds hetzelfde monsternamepunt

Nuttige tips voor het nemen van een correct staal:

• Gebruik voor uw staalname steeds olie die in beweging is.
• Monstername in bewegende zones op draaiende machine.
• Monstername vóór de filters en ná de machineonderdelen (na de pomp).
• Gespoelde monsternamekleppen en materiaal voor monstername.
• Monstername volgens de juiste frequentie.
• Steeds het flesje met de eerste olie een aantal keren omdraaien zodat het flesje gespoeld wordt. De olie weggieten en opnieuw vullen.
• Indien er een witte dop met zegelring los aanwezig is, deze als laatste op het flesje schroeven.
• Stalen worden onmiddellijk naar het lab gezonden.

Monstername vanuit een carter met circulatie

Neem het staal steeds na de pomp en voor de filter!

Toepassingen:

• Wanneer de afvoer- of retourleidingen niet toegankelijk zijn.
• Total loss-systemen.
• Veelvoudige retourleidingen – zonder spruitstuk.
• Wanneer de olie recht in het carter druppelt/valt.

Typische voorbeelden:

Dieselmotoren, circulerende tandwielen, circulerende compressoren en hydrostatische aandrijvingen.

Monstername in bewegende zones

Zeker doen:

1. Stalen nemen in een bewegende vloeistofzone met ‘Minimess®’.
2. Stalen nemen van turbulente (daar waar de stroomrichting verandert) zones, zoals ellebogen.
3. Stalen stroomafwaarts nemen van lagers, tandwielen, pompen, cilinders en actuatoren.

Zeker niet doen:

1. Stalen nemen in ‘dode’ pijpstukken of slangeinden.
2. Stalen nemen in laminaire zones.
3. Stalen nemen van een koude of niet-draaiende machine.

Voordelen van de Minimess®

• Het dode volume wordt beperkt.
• Gemakkelijk te spoelen.
• Beschermdop met externe draad.
• Dubbele dichting.
• Geschikt voor monstername met vacuümpomp of met druksonde.
• Goed tussenstuk voor aansluiting andere instrumenten.
• Geschikt voor de diagnosestelling van druk

Monstername in reservoirs en tanks met een vacuümpomp en slangetje

• In circulatiesystemen moet het staal zo dicht mogelijk tegen de retourleiding worden genomen. Steeds in het ‘korte circuit’.
• In statische tanks moet het staal genomen worden in het midden, tussen het oliepeil en de bodem, weg van de wanden.
• Gebruik een stang of staaf voor eenzelfde afstand vanaf de onderkant van het reservoir.
• Neem het monster onder de normale bedrijfsomstandigheden.

Tips voor een efficiënte monstername met de vacuümpomp

• De slangetjes nooit hergebruiken. Spoel de slangetjes grondig met de te controleren olie.
• Voor viskeuze tandwielolie gebruikt u best vacuümpompen met dikkere slangetjes.
• Voor monstername via de peilstok van het motorcarter snijdt u het slangetje schuin ongeveer 250 mm langer dan de peilstok. Steek het slangetje ongeveer 12 mm korter dan de lengte van de peilstok in de opening.
• Wanneer het flesje ongeveer ¾ vol is, het flesje loskoppelen om het vacuüm te laten ontsnappen en de oliestroming te stoppen.
• Stop op het flesje schroeven en flesje een aantal keren omdraaien zodat het flesje volledig gespoeld wordt. De olie weggieten en opnieuw vullen.
• Opnieuw flesje minstens ¾ vullen, het flesje losdraaien om het vacuüm te laten ontsnappen en de oliestroming te stoppen. Stop definitief op het flesje vastvijzen.
• Na monstername, de pomp van het flesje schroeven zodanig dat de olie in het slangetje terug in het carter kan lopen.
• Bij monstername uit motorcarters, het uiteinde van het buisje schuin afsnijden om te voorkomen dat er vuil wordt aangezogen.
• Zorg dat de olie nooit in de pompcilinder loopt. Indien dit zou gebeuren, de pompcilinder reinigen met kerosine of een ander organisch solvent.

Om uw surfervaring te verbeteren maakt Alpha MS gebruik van cookies. Meer informatie   OK